volley
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: volley (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vol·ley
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘terugslaan van een bal voor hij de grond geraakt heeft’ voor het eerst aangetroffen in 1890 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | volley | volleys |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de volley m
- (sport) het terugslaan van een bal voor hij de grond geraakt heeft
Hyponiemen
- beachvolley, dropvolley, halfvolley, serve-volley, stopvolley, voetvolley
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
volleyen |
volley
Gangbaarheid
- Het woord volley staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "volley" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "volley" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ volley op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: volley (AU) (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
- Van Middelfrans volée, Latijn volta.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
volley | volleys |
Zelfstandig naamwoord
volley
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to volley |
he/she/it | volleys |
verleden tijd | volleyed |
voltooid deelwoord |
volleyed |
onvoltooid deelwoord |
volleying |
gebiedende wijs | volley |
Werkwoord
volley
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.