voorloper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorloper    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvorlopər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • voor·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorloper voorlopers
verkleinwoord voorlopertje voorlopertjes

Zelfstandig naamwoord

voorloper m

  1. iets wat of iemand die eerder was
  2. een type schaaf die gebruikt wordt voor houtbewerking
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorloper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.