voornaamwoordelijk bijwoord
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voornaamwoordelijk bijwoord (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voor·naam·woor·de·lijk bij·woord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voornaamwoordelijk bijwoord | voornaamwoordelijke bijwoorden |
verkleinwoord | voornaamwoordelijk bijwoordje | voornaamwoordelijke bijwoordjes |
Zelfstandig naamwoord
het voornaamwoordelijk bijwoord o
- (grammatica) een bijwoord ter vervanging van de combinatie voorzetsel met voornaamwoord, bestaande uit een overeenkomstig bijwoord van plaats en het voorzetsel in bijwoordelijke vorm
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een bijwoord ter vervanging van de combinatie voorzetsel met voornaamwoord, bestaande uit een overeenkomstig bijwoord van plaats en het voorzetsel in bijwoordelijke vorm
|
Gangbaarheid
- Het woord 'voornaamwoordelijk bijwoord' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.