voorzorg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorzorg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voor·zorg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorzorg voorzorgen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

devoorzorgv/m

  1. het zorgen van tevoren om eventueel onheil of ongemak te voorkomen
     Bonnie is met windsnelheden tussen de 60 en 80 kilometer per uur nu nog een tropische storm van de zwakste categorie, zegt Geijs, hoewel er uitschieters naar boven mogelijk zijn. De lokale autoriteiten hebben echter uit voorzorg een stormwaarschuwing (Code Rood) gegeven.[1]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorzorg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Paniek op Curaçao door mogelijk eerdere aankomst tropische storm Bonnie” (29 juni 2022), NU.nl
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.