vouwpapier
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vouwpapier (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɑupaˌpir / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- vouw·pa·pier
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vouw ww en papier zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vouwpapier | - |
verkleinwoord | vouwpapiertje | vouwpapiertjes |
Zelfstandig naamwoord
het vouwpapier o
- geen meervoud gekleurd vel uit houtvezels dat zich goed leent om er blijvende strakke plooien in te maken
- ▸ Drie priesters dragen kalotjes van vouwpapier.[2]
Opmerkingen
- Voor een enkel velletje van dit materiaal is het verkleinwoord "vouwpapiertje" gangbaar, als stofnaam heeft dit woord geen meervoud.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'vouwpapier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Leon Gommers“Het uurwerk van Floor.”, 2e druk (1997), De Bezige Bij, Amsterdam, ISBN 9023436318, p. 147
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.