wagenmaker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wagenmaker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wa·gen·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wagenmaker wagenmakers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dewagenmakerm [1]

  1. (beroep) persoon die (paarden)wagens maakt
     Zeeschuim, gedroogde tongevellen, die als het strand roken, waren bij de voddenkoopman, bij alle drogisten verkrijgbaar en meubel- of wagenmakers gebruikten voor het gladmaken van hout 'haaievel' dat zoo hard was als een rasp.[2]
  2. (beroep) persoon die (paarden)wagens repareert
Synoniemen
  • stelmaker, radmaker

Gangbaarheid

  • Het woord wagenmaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.