walker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  walker    (hulp, bestand) (lakenarbeider)
  • Geluid:  walker    (hulp, bestand) (wandelstok)
Woordafbreking
  • wal·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • [2] uit het Engels[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord walker walkers
verkleinwoord walkertje walkertjes

Zelfstandig naamwoord

dewalkerm

  1. volder, lakenarbeider, voller
  2. wandelstok
Hyponiemen
  • [2] nordic walker

Gangbaarheid

  • Het woord walker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
49 %van de Nederlanders;
42 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.