wargaren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wargaren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • war·ga·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wargaren wargarens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetwargareno

  1. garen dat in de war is
  2. warboel, chaos
  3. ruzie, iemand die graag ruzie maakt

Gangbaarheid

  • Het woord 'wargaren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
22 %van de Nederlanders;
41 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.