warhoofd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: warhoofd (hulp, bestand)
- IPA: /'wɑrhoft/
Woordafbreking
- war·hoofd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van war zn en hoofd zn [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | warhoofd | warhoofden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de warhoofd v / m, het warhoofd o
- een chaotisch, verward persoon
- De straf kan wat mij betreft niet lang en zwaar genoeg zijn want deze doorgedraaide warhoofden scheuren dagelijks ook nog op de fiets door de stad en negeren alle verkeersregels en rode lichten. Daar hebben ze allemaal lak aan.[3]
- Hij meent maar dat hij zich alles kan permitteren en schaart alles wat hij doet onder de noemer kunst. Uit zijn mond klinkt dit als een vies woord. Als dat gebral wat hij over zijn lippen krijgt kunst moet voorstellen, dan heb ik daar toch geheel andere gedachten over. Ik noem het onduidelijke en onverstaanbare teksten van een warhoofd, die niet goed weet waar hij mee bezig is.[4]
- ,,Een terreurorganisatie als IS oefent ook aantrekkingskracht uit op warhoofden die ideologisch helemaal niet sterk onderlegd zijn."[5]
Synoniemen
Verwante begrippen
- warhoofdig
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord warhoofd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "warhoofd" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ warhoofd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 02 aug. 2017
- ↑ de Telegraaf 12 jan. 2017
- ↑ Tubantia 06-JUNI-2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.