waterhapper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  waterhapper    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwatərˌhɑpər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wa·ter·hap·per
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstellend afgeleid van  water zn  en  happen ww  met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord waterhapper waterhappers
verkleinwoord waterhappertje waterhappertjes

Zelfstandig naamwoord

dewaterhapperm

  1. aangelegde plek waar leidingwater omhoog spuit en weer wordt opgevangen in een afvoerbak, op zodanige hoogte dat voorbijgangers door voorover te buigen slokjes van het opspuitende water kunnen nemen
     Er is één nieuwe ontwikkeling op het voortkabbelende gebied van de waterhapper: een beginnend beeldhouwster, Annelies van Doorn, is geheel op eigen initiatief bezig met het prototype van een nieuw model waterhappertje. Het waterleidingbedijf is bereid dat model te zijner tijd te plaatsen.[1]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord waterhapper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron Waterhappertjes 1903-1993 in: Het Parool , jrg. 53 nr. 14824 (19 juni 1993), p. 27 kol. 6
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.