waterloo
Nederlands
Niet te verwarren met: Waterloo |
Uitspraak
- Geluid: waterloo (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wa·ter·loo
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterloo | waterloos |
verkleinwoord | waterlootje | waterlootjes |
Zelfstandig naamwoord
het waterloo o
- beslissende nederlaag (naar de plaats in België, waar Napoleon Bonaparte in 1815 definitief verslagen werd)
Uitdrukkingen en gezegden
- Zijn waterloo vinden
Gangbaarheid
- Het woord waterloo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Zelfstandig naamwoord
waterloo m
- (spreektaal) achterste, kont
- «Il lui a donné un coup de pied dans le waterloo.»
- Hij gaf hem een trap tegen zijn kont. [1]
- «Il lui a donné un coup de pied dans le waterloo.»
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.