webmail

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  webmail    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • web·mail
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord webmail webmails
verkleinwoord webmailtje webmailtjes

Zelfstandig naamwoord

dewebmailv/m

  1. (informatica) e-mail via een website (i.p.v. via een e-mailprogramma)
    • webmail maakt het mogelijk om overal ter wereld gebruik te maken van e-mail zonder een e-mailprogramma te hoeven installeren 

Gangbaarheid

  • Het woord webmail staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.