webservice

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  webservice    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • web·ser·vice
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord webservice webservices
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dewebservicem

  1. een dienst die zonder tussenkomst van mensen via het internet wordt geleverd
     ZorgSaam Twenterand wil met de webservice ‘Helpende Handen’ de zelfredzaamheid van burgers vergroten. „We hebben in de eerste 10 dagen al 1.000 bezoekers gehad”, vertelt Discha Langeler over het platform ‘Helpende Handen’.[1]
     Tom Kabinet levert de nieuwe titels via een aansluiting bij het Centraal Boekhuis, dat met een webservice toegang geeft tot ruim 26.000 e-books.[2]
     Een van de evergreens in het productsegment der digitale sporthorloges is dit toestel van nichemerk Polar, met onder meer een ingebouwde gps en een eigen app en webservice. Neem, als je voor dit merk kiest, de versie met de externe hartslagmeter: die is net iets accurater dan de polsslagsensor op de horloge zelf.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord webservice staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Hulp nodig in Twenterand? Plaats een advertentie” (09-07-2016), Tubantia
  2. Weblink bron “E-bookwinkel beschuldigt uitgevers van boycot” (29 april 2015), Het Parool
  3. Weblink bron “Drie sporthorloges die je loopprestaties verbeteren” (19 april 2017), De Morgen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.