wedstrijdsport
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wedstrijdsport (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wed·strijd·sport
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wedstrijd zn en sport zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wedstrijdsport | wedstrijdsporten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wedstrijdsport v / m [1]
- (sport) sport waarbij men zich meet met andere sporters
Gangbaarheid
- Het woord wedstrijdsport staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jessica Merkens“Op eigen houtje” (2023), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026360930
- ↑ Weblink bron Luuk Blijboom“Nageeye na chaotische voorbereiding toch derde: 'Leek wel een kruidendokter'” (Maandag 17 april 2023, 08:51), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.