weekkaart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weekkaart    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • week·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weekkaart weekkaarten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deweekkaartv/m

  1. kaart die een week geldig is

Gangbaarheid

  • Het woord weekkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.