weerglas
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weerglas (hulp, bestand)
Woordafbreking
- weer·glas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weer zn en glas zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weerglas | weerglazen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het weerglas o
- (meteorologie) peilglas waarmee men op een ruwe manier de luchtdruk en luchtdrukveranderingen kan meten
- Om niet voor al te grote verrassingen te staan, bestudeert Evert daarom dagelijks de Enkhuizer Almanak en de Barneveldse Krant. Ook voorspelt hij zelf het weer met behulp van barometer en weerglas. [2]
- Bij het begin van een nieuwe dag keek men niet alleen in de spiegel, maar ook eventjes in het ‘weerglas’. Het kwik werd een index voor leven, gezondheid en geluk. [3]
Synoniemen
- barometer, donderglas
Antoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord weerglas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weerglas" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ weerglas op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Reformatorisch Dagblad Janita van Hoeven-ten Voorde 31-12-2008 [https://www.rd.nl/boeken/leren-van-het-leven-van-evert-1.9778 Leren van het leven van Evert]
- ↑ NRC Patrick van IJzendoorn 8 februari 2008 Het kwik als index voor leven, gezondheid en geluk
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.