wegenwacht

Niet te verwarren met: Wegenwacht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wegenwacht    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈweɣə(n)ˌwɑxt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • we·gen·wacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegenwacht wegenwachten
verkleinwoord wegenwachtje wegenwachtjes

Zelfstandig naamwoord

dewegenwachtv/m

  1. (verkeer) (bedrijf) dienst voor technische hulpverlening aan automobilisten
Synoniemen
Verwante begrippen

dewegenwachtm

  1. (verkeer) (beroep) iemand die weggebruikers bij pech professioneel hulp komt bieden
Synoniemen
  • wegenwachter

Gangbaarheid

  • Het woord wegenwacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.