wegenwerken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wegenwerken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈweɣə(n)wɛrkə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • we·gen·wer·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - wegenwerken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dewegenwerkenmv

  1. (verkeer) uitvoering van de aanleg van of het ingrijpend onderhoud aan rijbanen en alles wat daarbij hoort
    • Als laatste van de grote wegenwerken noemen we de autosnelweg Genk-Aken. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord wegenwerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
58 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.