wegwijzer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wegwijzer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • weg·wij·zer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegwijzer wegwijzers
verkleinwoord wegwijzertje wegwijzertjes

Zelfstandig naamwoord

dewegwijzerm

  1. Bord langs de weg dat de richting aangeeft waarheen je moet rijden.
    • Het verkeerd draaien van wegwijzers was een verzetsdaad in de Tweede-Wereldoorlog. 

Bijvoeglijk naamwoord

wegwijzer

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van wegwijs

Gangbaarheid

  • Het woord wegwijzer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.