wensput

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wensput    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛnspʏt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wens·put
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wensput wensputten
verkleinwoord wensputje wensputjes

Zelfstandig naamwoord

dewensputm

  1. (folklore) put waaraan men een verlangen kan toevertrouwen, in de hoop dat dit helpt bij de vervulling van dat verlangen
    • Hendrik wierp een muntje in de wensput en deed een wens. 
     Een paar jaar geleden was zijn andere zoon ongeneeslijk ziek. Ghollani maakte een bedevaart naar de moskee, krabbelde zijn hartewens op een briefje en gooide het in de speciale wensput. „Daarna werd mijn zoon beter. Het is een wonder.”[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord wensput staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Thomas Erdbrink
    “Ach Mahdi, kunt u niet even komen? Een minuut?” (11 september 2006) op nrc.nl
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.