wereldtitelstrijd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wereldtitelstrijd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • we·reld·ti·tel·strijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wereldtitelstrijd wereldtitelstrijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dewereldtitelstrijdm

  1. wedstrijd waarvan de winnaar zich wereldkampioen mag noemen
     Kyarha van Tiel, de enige Nederlandse deelnemer aan de wereldtitelstrijd, wist zich woensdag op de korte kür niet te kwalificeren voor de finale. De Rotterdamse eindigde met 41,85 punten als 40ste en laatste, terwijl een plaats bij de beste 24 was vereist om ook op de vrije kür in actie te mogen komen.[1]
     De Koreanen en de Britten spelen dinsdagavond om een WK-ticket en Nederland strijdt vervolgens met de verliezer van dat duel om het tweede startbewijs voor de wereldtitelstrijd.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord wereldtitelstrijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    NOS Sport
    “Finales vrije kür WK kunstrijden te zien op NOS.nl” (Donderdag 21 maart 2019, 15:04), NOS
  2. Weblink bron
    NOS Sport
    “Curlingploeg maakt nog kans op ticket voor WK” (Dinsdag 22 januari 2019, 10:48), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.