werkloosheidcijfer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: werkloosheidcijfer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- werk·loos·heid·cij·fer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van werkloosheid zn en cijfer zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | werkloosheidcijfer | werkloosheidcijfers |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het werkloosheidcijfer o
- (economie) het totaal aantal geregistreerde werklozen
- ▸ Verder overtrof het aantal openstaande vacatures het oude record uit 2008. Tegelijkertijd daalde het gemiddelde werkloosheidcijfer (350.000) naar de laagste stand sinds 2008.[1]
- ▸ De groei werd de afgelopen maanden geholpen door de uitgaven van consumenten, investeringen van bedrijven en de export. Economen voorzien tevens een afname van het hoge werkloosheidcijfer. De economische groei zal volgens hen leiden tot een groter consumentenvertrouwen, meer uitgaven en dus meer werkgelegenheid.[2]
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord werkloosheidcijfer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Recordaantal werkenden in 2018, huishoudens stuwden de groei” (15-04-2019), NOS
- ↑ Weblink bron “Flinke groei Amerikaanse economie” (28-08-2014), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.