wieder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wieder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wie·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wieder | wieders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wieder m
- (beroep) iemand die onkruid verwijdert
- (gereedschap) apparaat waarmee men onkruid verwijdert
Gangbaarheid
- Het woord wieder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wieder" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ wieder op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.