wiegelied

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wiegelied    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wie·ge·lied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wiegelied wiegeliederen
verkleinwoord wiegeliedje wiegeliedjes

Zelfstandig naamwoord

hetwiegeliedo

  1. liedje bij het wiegen gezongen, om een kind in slaap te sussen
     De wandeling vanaf ons huis in Over End naar de kerk in Nether End was me vertrouwd als een wiegelied, maar verder dan dat was ik nog nooit geweest.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wiegelied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.