wielerbond

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wielerbond    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wie·ler·bond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wielerbond wielerbonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dewielerbondm

  1. (sport) vereniging van wielrenclubs
     De Europese wielerbond UEC nam het besluit in overleg met de organisatie van het evenement in Italië, het land dat zwaar is getroffen door de coronacrisis.[2]
     Van Vliet werd vooraf gebeld door David Lappartient, de voorzitter van de internationale wielerbond. "We werden gewoon heel serieus genomen."[3]

Gangbaarheid

  • Het woord wielerbond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “EK wielrennen in Trentino met een jaar uitgesteld” (02-05-2020), NOS
  3. Weblink bron “Van Vliet over nieuwe datum Amstel Gold Race: 'Deze vond ik de mooiste'” (05-05-2020), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.