wijdte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wijdte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wijd·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wijdte wijdten
wijdtes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dewijdtev

  1. de mate waarin iets wijd is
    • Er werd besloten de wijdte van de mazen te vergroten. 
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord wijdte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.