wijle
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wijle (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wij·le
Woordherkomst en -opbouw
- zn: erfwoord via Middelnederlands wile van Oudnederlands wila [1][2]
- ww: wijl ww met de uitgang -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijle | wijlen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wijle v / m
- een korte tijdsperiode
Synoniemen
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wijlen |
wijle
- aanvoegende wijs van wijlen
Gangbaarheid
- Het woord wijle staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wijle" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ wijle op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.