wilgenroos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wilgenroos    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɪlɣə(n)ˌros/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wil·gen·roos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord (wilgenroos)* (wilgenrozen) *
verkleinwoord wilgenroosje wilgenroosjes

Zelfstandig naamwoord

dewilgenroosv/m

  1. Chamerion angustifolium  plant met roze bloemen die vooral groeit in een waterrijke omgeving
    • Talrijke bloemen en kruiden hebben bezit genomen van de aangrenzende groene hellingen, onder meer tijm, margriet, zilverdistel, hoefblad, monnikskap, wilgenroos en vrouwenmantel. [3] 
Opmerkingen
  • De officiële benaming van de soort is het verkleinwoord "wilgenroosje". De niet verkleinde vormen komen soms voor, maar zijn niet gangbaar.

Gangbaarheid

  • Het woord wilgenroos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.