wilt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wilt    (hulp, bestand)
Naar frequentie 160
Woordafbreking
  • wilt

Werkwoord

vervoeging van
willen

wilt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van willen
    • Jij wilt. 
     Het is nooit te laat om aan jezelf te werken en het blijft altijd een keuze of je knorrig of vrolijk door het leven wilt gaan.[1]
  2. tweede persoon gij-vorm tegenwoordige tijd van willen
    • Gij wilt. 
  3. (spreektaal) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van willen
    • Hij wilt. 
  4. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van willen
    • Wilt! 

Gangbaarheid

  • Het woord wilt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  wilt (VS)    (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
onbepaalde wijs to  wilt 
he/she/it  wilts 
verleden tijd  wilt 
voltooid
deelwoord
 wilt 
onvoltooid
deelwoord
 wilting 
gebiedende wijs  wilt 

Werkwoord

wilt

  1. onovergankelijk, (plantkunde) verwelken
  2. onovergankelijk verflauwen
  3. overgankelijk doen verflauwen/verwelken
enkelvoud meervoud
wilt wilts

Zelfstandig naamwoord

wilt

  1. (plantkunde) verwelking
  2. verflauwing

Verwijzingen

  1. wilt, Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.