wimber

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wimber    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɪmbər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wim·ber
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wimber wimbers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dewimberm

  1. (straalvinnigen) karperachtige soort riviervis Vimba vimba 
     De jager geloofde niet dat hij dit zou kunnen doen, maar binnen een minuut lag deze wimber, en geen ander, voor zijn oeten.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wimber staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
3 %van de Nederlanders;
6 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. wimber op website: Etymologiebank.nl
  2. Weblink bron
    Schendel, A. van
    De volmaakte hengelaar in: Het Vaderland , jrg. 66 (3 maart 1935), p. 11 (blad C 1) kol. 4
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.