winkelierster

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  winkelierster    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • win·ke·lier·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord winkelierster winkeliersters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dewinkeliersterv

  1. (economie) vrouwelijke eigenaar van een winkel
     Het was de winkelierster Galoezina die van de nog maar net begonnen kerkdienst naar huis terugkeerde.[2]
     De winkelierster staat vierkant achter het idee om met name plaatselijke kunstenaars een podium te bieden, al zijn er volgens haar ook mensen die niet weten van de omvang van het project.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord winkelierster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.