winner

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  winner    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • win·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van winnen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord winner winners
verkleinwoord winnertje winnertjes

Zelfstandig naamwoord

dewinnerm

  1. iemand die iets wint, een winnaar of iemand die een goed verwerft
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord winner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
enkelvoud meervoud
winner winners

Zelfstandig naamwoord

winner

  1. winnaar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.