winnaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  winnaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • win·naar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van winnen met het achtervoegsel -aar.
enkelvoud meervoud
naamwoord winnaar winnaars
verkleinwoord winnaartje winnaartjes

Zelfstandig naamwoord

dewinnaarm

  1. degene die een strijd of wedstrijd in zijn voordeel beslist
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • De gedoodverfde winnaar
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord winnaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]
  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.