winning

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  winning    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • win·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord winning winningen
verkleinwoord winninkje winninkjes

Zelfstandig naamwoord

dewinningv

  1. het winnen (van delfstoffen) of de vervaardiging
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord winning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Werkwoord

winning

  1. onvoltooid deelwoord van win

Zelfstandig naamwoord

winning

  1. gerundium van win
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.