witch

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  witch (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /wɪtʃ/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudengelse wicca/wicce[1]
enkelvoud meervoud
witch witches

Zelfstandig naamwoord

witch

  1. (mythologie), (magie) heks [1,2], tovenares, toverkol
Afgeleide begrippen
  • witchcraft, witchery
Gelijkklinkende woorden
  • (In dialecten waar de wh en w zijn samengevallen) which

Verwijzingen

  1. witch, Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.