witkeeldikbekje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  witkeeldikbekje    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • wit·keel·dik·bek·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord witkeeldikbekje witkeeldikbekjes

Zelfstandig naamwoord

hetwitkeeldikbekjeo dim. tant.

  1. (zangvogels) Sporophila albogularis  een zangvogel uit de familie Thraupidae  (tangaren). Deze soort is endemisch in noordoostelijk Brazilië, met name in Piauí en Pernambuco tot noordelijk Bahia
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'witkeeldikbekje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.