woestaard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woestaard    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • woest·aard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woestaard woestaarden
verkleinwoord woestaardje woestaardjes

Zelfstandig naamwoord

dewoestaardm

  1. (pejoratief) iemand zonder enig gevoel voor beschaving of fatsoensnormen
    • Hij was een woestaard zonder eer of trouw.[1] 
  2. (dierkunde) een wild, gevaarlijk en/of onstuimig dier

Gangbaarheid

  • Het woord 'woestaard' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
64 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. De dolle vaandrig. Tweede deel: Breero, A.M.de Jong, 1947, p.322
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.