woongemeente

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woongemeente    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • woon·ge·meen·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woongemeente woongemeenten
woongemeentes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dewoongemeentev

  1. de gemeente waarin iemand woonachtig is
    • Na zijn huldiging afgelopen maandag in Leeuwarden wordt langeafstandszwemmer Maarten van der Weijden zondagmiddag nog eens gehuldigd in zijn woongemeente Waalwijk.[1] 
Antoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord woongemeente staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.