woonadres

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woonadres    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • woon·adres
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woonadres woonadressen
verkleinwoord woonadresje woonadresjes

Zelfstandig naamwoord

hetwoonadreso

  1. huisadres
Antoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord woonadres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.