woonprobleem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woonprobleem    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • woon·pro·bleem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woonprobleem woonproblemen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetwoonprobleemo

  1. moeilijkheden met de woning waarin iemand woont
    • De woningcorporaties mogen vanaf 1 januari 10 procent van hun huizen verhuren aan mensen die meer verdienen dan 33.614 euro. Minister Piet Hein Donner (Binnenlandse Zaken) houdt vol dat die 10 procent genoeg is om mensen te helpen die boven die grens zitten, maar toch in de woonproblemen komen.[1] 
    • Volgens SBS is Jeroen “de ideale presentator” om “de hectische competitie in goede banen te leiden”. De Topper deelt niet alleen opdrachten uit, hij gaat ook wekelijks het land in op zoek naar “het verhaal achter de ontwerp-opdracht: het woonprobleem”.[2] 

Gangbaarheid

  • Het woord woonprobleem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.