woonzorg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woonzorg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • woon·zorg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woonzorg -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dewoonzorgm

  1. het voorzien in zorg en huisvesting als een geheel beschouwd
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord woonzorg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.