wouter

Niet te verwarren met: Wouter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wouter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wou·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord wouter wouters
verkleinwoord woutertje woutertjes

Zelfstandig naamwoord

dewouterm

  1. een waterpas latje bevestigd aan muur of beschot, om er het uiteinde van een plank op te leggen
    • De wouter draagt de plank in de kast. 
  2. volksnaam voor de Vlaamse gaai
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord wouter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
68 %van de Nederlanders;
67 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Nedersaksisch

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudsaksische watar

Zelfstandig naamwoord

wouter

  1. (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
Schrijfwijzen

Meer informatie

Oost-Fries

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudsaksische watar

Zelfstandig naamwoord

wouter

  1. (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H2O)
Schrijfwijzen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.