zaagsel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zaagsel (hulp, bestand)
- IPA: /'zaxsəl/
Woordafbreking
- zaag·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaagsel | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het zaagsel o
- een uit houtvezels bestaande stof die ontstaat bij het zagen van hout
- Deze pop is gevuld met zaagsel.
Vertalingen
1. een uit houtvezels bestaande stof die ontstaat bij het zagen van hout
Gangbaarheid
- Het woord zaagsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zaagsel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.