zaakje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zaakje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zaak·je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord zaakje zaakjes

Zelfstandig naamwoord

hetzaakjeo dim. tant.

  1. (anatomie), (informeel) de mannelijke geslachtsdelen
    • Pas op met die machine, straks verlies je je zaakje nog! 

Zelfstandig naamwoord

hetzaakjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zaak

Gangbaarheid

  • Het woord zaakje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.