zandlopers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zandlopers    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zand·lo·pers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zandlopers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dezandlopersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zandloper
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een geslacht Psammodromus  van hagedissen uit de familie echte hagedissen (Lacertidae )
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord zandlopers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.