bloedzuiger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bloedzuiger    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈblutsœyɣər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bloed·zui·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloedzuiger bloedzuigers
verkleinwoord bloedzuigertje bloedzuigertjes

Zelfstandig naamwoord

debloedzuigerm

  1. (medisch) (wormen) benaming voor dieren uit de onderklasse Hirudinea , waarvan de bekendste soorten zich met zuignappen hechten aan de huid van andere dieren en zich voeden met hun bloed
  2. (pejoratief) iemand die anderen uitbuit, een uitbuiter, uitzuiger
     'Wat voor lul-de-behanger denkt die Becker wel dat hij is!' tierde Benson. 'Dertig miljard eist die lintjesknipper, die juridische bloedzuiger... parasiteren op andermans zuurverdiende centen, dat is het enige wat die klote letseladvocaten kunnen!' tierde Benson.[3]
  3. (reptielen) Calotes versicolor  een hagedis uit de familie agamen (Agamidae)
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • bloedzuigersbloem, bloedzuigertherapie
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bloedzuiger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.