zeemleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zeemleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zeem·leer
Woordherkomst en -opbouw

Uit Middelnederlands seemsch(e)leder, het eerste deel ontleend aan het Franse chamois (gems) [1]

enkelvoud meervoud
naamwoord zeemleer -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetzeemleero

  1. een fijn soort zacht leer oorspronkelijk vervaardigd van gemzenhuid, later van een bepaald deel van de huid van een schaap of lam
    • Tegenwoordig wordt zeemleer vaak vervangen door synthetisch materiaal met vergelijkbare eigenschappen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zeemleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.