zeiker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zeiker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zei·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeiker | zeikers |
verkleinwoord | zeikertje | zeikertjes |
Zelfstandig naamwoord
de zeiker m
- een zeurkous
Synoniemen
Hyponiemen
- azijnzeiker, hemelzeiker, klepzeiker, kruikenzeiker, punaisezeiker, zevenzeiker
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zeiker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeiker" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.