zeilklaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zeilklaar    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɛilklar/
Woordafbreking
  • zeil·klaar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen zeilklaarzeilklaarderzeilklaarst
verbogen zeilklarezeilklaarderezeilklaarste
partitief zeilklaarszeilklaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

zeilklaar

  1. gereed om te gaan zeilen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • zeilklaar maken
klaar maken om weg te zeilen
  • zeilklaar liggen
gereed zijn om direct weg te zeilen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zeilklaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.