zelfidentificatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfidentificatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zelf·iden·ti·fi·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en identificatie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfidentificatie | zelfidentificaties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zelfidentificatie v
- het zelf bepalen tot welke groep men behoort
- ▸ In sommige landen kunnen mensen bij de volkstelling aangeven tot welke etnische groepering zij behoren. Die mogelijkheid tot zelf-identificatie biedt Nederland niet.[1]
- ▸ Het COC roept Harbers op bij de beoordeling van lhbti-asielzoekers de criteria aan te passen. "Zelfidentificatie" zou centraal moeten komen te staan. De belangenorganisatie praat maandag met de staatssecretaris.[2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zelfidentificatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Aandeelhouderswaarde” (20-06-2011), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “COC: asielbeleid voor homo's nog altijd ondeugdelijk” (23-06-2018), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.